vrijdag 27 juni 2008

Er is iets verschrikkelijks gebeurd met me (archief)

Dit zijn volgens mij de titels waarmee je lezers naar je blogje haalt. Mijn blogs worden door ongeveer 13 mensen gelezen. En om mij heen hoor ik nu al vaker dat mensen extra bezoek op hun blog krijgen als ze iets vreselijks is overkomen. Stress op het werk, relaties die verbroken worden en zelfs terminale ziekten zorgen ervoor dat wij mensen (vrienden zelfs) massaal gaan kijken hoe het met die persoon gaat. Als het goed is heb ik nu minimaal 5 lezers meer. En bij wijze van expiriment ga ik de komende 3 blogs wijden aan gelukzalige zaken. Dingen waardoor ik besef blij en gelukkig te zijn. Zaken waardoor vanzelf die glimlach op je wangen verschijnt. De prachtige beelden, schattige momenten. De lieve kindertjes om je heen, of juist de stoute. Het geluid van een spinnende poes. Dat soort dingen. En dan eens kijken of die 5 extra mensen blijven lezen, ook al gaat het om mijn uiterste gelukzaligheid! Spannend experiment toch? Dat de lente al een tijdje was begonnen had ik jullie al met rood aangelopen ogen en een stevige snotneus gemeld. Wat daarbij een mooie bijkomstigheid was, is dat wij in oktober al een FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje gekocht en opgehangen hadden. Groot was onze verbazing toen er al deze lente een mezenkoppel huisde. Naar gelang de opening steeds vaker bevolkt werd door een invliegende moeder of uitvliegende vader (of vice versa) wisten wij dat het niet lang ging duren of ons FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje zou zeer spoedig het geluid van een stel jonge meesjes maken. Zachtjes hoorde we het eerste gekwetter wanneer een malse rups in de bek van vader of moeder inzet was van de wedstrijd “wie kwettert er het hardst”. Nog enige tijd later kwamen de eerste grijzige kopjes (wat voor jonge mezen in tegenstelling tot mensen heel normaal is) en wisten we dat het uitvliegen al spoedig ging gebeuren. Een kwelling voor het natuurliefhebbende oog natuurlijk. Het vallen en opstaan van ons eigen soort (de zogenaamde “baby bijna-erectus”) doet ons al pijn in het hart. Onze kleuters hebben moeite met fietsen zonder zijwieltjes. En deze ukkies moeten leren vliegen! Kunt u zich voorstellen hoe wij als pseudo-ouders van deze vogeltjes in zak en as zaten toen die opgewekte beestjes zouden beginnen te vliegen? Gelukkig waren we ook niet thuis bij de heugelijke dag. Sommige dagen moet je als ouder missen. Alsof ze gewacht hebben tot de peetoom en tante van het FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje even niet thuis waren. Bij thuiskomst troffen wij dus een leeg nest. Vogeltjes de weide wereld in. We werden al enigszins wee van het idee welke continenten in het verschiet lagen van “onze”minimeesjes. Nu maar eens kijken hoe het FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje het heeft gehouden? En dichter bij de broedplaats aangekomen zagen we toch wat verontrustende zaken. Hoe kwam die bloempot op zijn kant, en waarom hing het huisje scheef? En waarom kwam een der ouders later met een rupsje in de snavel bij het nestje terwijl de jongen uitgevlogen waren. Zag ik daar een traan in het ooghoekje van onze gevederde vriend of vriendin? De natuur is hard, dat weten we. Maar verslagen keken we naar het schouwspel. En als je dan dacht dat wij het zwaar hadden: Pa en Moe Mees hadden 2 weken lang non-stop heen en weer gependeld tussen huis en struik om een keur aan smakelijke rupsen en wurmpies te kunnen voorzetten aan een dankbaar kroost. Gelukkig zagen we 2 uur later in de tuin van de buren een jong meesje zitten. Als pseudo ouder voel je dat. Dit is er een van ons. We keken naar hem terwijl hij ons een knipoog gaf. Hij vloog weer verder (waarbij hij niet verzuimde een klein poepje in buurmans tuin te droppen) Op weg naar de noorderzon. Om niet meer terug te keren. Rianne en ik knepen elkaar in de hand, stonden minimaal 10 minuten zwijgend te kijken tot ik de stilte verbrak, met een duidelijk hoorbare snik in mijn stem fluisterde ik Rianne toe: “Wat zijn ze snel groot geworden he?“

Geen opmerkingen: