vrijdag 27 juni 2008

Kedeng Kedeng (archief)

11 maart 2008
Sinds kort heeft de NS op mijn traject de Oost-Duitse boemel ingezet. Duidelijk een trein met de glorie van weleer. Zittend in kleine compartimenten van 5 personen voel je het onlangs opnieuw gerestaureerde en geoliede onderstel van de trein schudden op elke wissel. Als ik tegenwoordig in deze trein om mij heen kijk lijken alle reizigers helemaal niet meer op die saaie en ubergestructureerde forenzenstroom, Het zijn allemaal avonturiers die de reis van hun leven gaan beleven. Je stapt in,schat je medecompartimentariers in en zetelt jezelf voor een lange reis door prachtige landschappen en woeste gebergten. Onderweg komt een fermbesnorde stuart met blauwe pet je kaartje controleren, instemmend knikkend naar jouw kaartje met de exotische eindbestemming. terwijl hij doorloopt naar het volgende hokje zie je zijn spiegelei langs zijn been bungelen. Je opent je handbagage en haalt er wat proviand uit. Hmmm smakelijk: een lekkere boterham met kaas in een dichtgeknoopte zakdoek. Langzaam verlies je ook je kleurbesef. Alles wordt weergegeven in monochrome kleuren (da’s zwart wit ja) Landschappen schieten aan je voorbij, een dikke pluim stoom komt uit de locomotief en bij elke koe op de baan klinkt een felle snerp uit de stoomfluit. Je besluit om even je ogen toe te knijpen om straks een lekker glas cola te gaan halen in de restauratiecoupé. Met een schok schrik je wakker: “Station Hilversum” schalt door de Oost-Duitse luidsprekers. Je rent naar het balkon vanwaar je met een fikse sprong richting perron weer met beide benen op de grond staat. Jammer, weer geen wereldreis vandaag. Wellicht op de terugweg, wie weet! Het zou sowieso beter uitkomen op de terugweg. Ik heb straks een vergadering, er moeten zeker 3 mails de deur uit en daarnaast zitten er hele belangrijke mensen te wachten tot ik ook heel belangrijk mee ga doen. Daarnaast moet ik natuurlijk nog even op hyves kijken wats nieuw. Tja, realiteit…. Jammer dat het nooit omgedraaid kon zijn, dat je vanuit een wereldreis avontuur wegdommelt en sluimert over een saaie werkdag. Zou het wakkerschrikken toch een stuk aangenamer maken.

Als je doet wat je niet durft, heb je het gedurfd anders had je het niet gedaan (Archief)

1 nov 2007 Lekkere les gehad? Jawel, ging wel goed. Leuke mensen gezellige groep. The basics zijn akkoord zeg maar. Leraar een beetje tevreden? Mwoah.. viel wel mee. Het ontbrak ons een beetje aan durf. Dus heeft ie ons op scherp gezet met een opdracht. Met een opdracht? Hoe zet je iemand scherp met een opdracht. We moeten volgende week 5 minuten iets doen wat we niet durven Klinkt interessant leg uit, hoe werkt dat. Ja, dat weet ik ook nog niet. Ik vroeg het wel, maar toen was ik weer te rationeel bezig ofzo Rationeel? Ja. Kijk: Als je doet wat je niet durft, heb je het gedurfd anders had je het niet gedaan. *vertwijfelde blik* jaja… Let op: stel ik durf niet achterover te vallen. Maar ik doe het toch Ja, ga door… Dan heb ik het toch gedurfd? Anders had ik het niet gedaan. Ja. Dat is waar. Dus als ik iets heb gedaan, heb ik het ook gedurfd. Ja, geen speld tussen te krijgen Dus als ik iets niet durf, kan ik dat niet doen. Nee, dat kan dan niet. Nou dat bedoel ik dus. Huh? Heb jij wel eens iets gedaan wat je niet durfde? Ja zo vaak. Zoals? Opslag vragen, boos tegen mensen geweest, sex in een vliegtuig Durfde jij dat dan niet? Nee, ik had vliegangst! Maar goed, heb jij dan nog suggesties voor me? Van iets wat je niet durft? Inderdaad van iets wat ik niet zou durven! Ga paardrijden! Nee, echt niet dat ik ga paardrijden tijden acteerlessen!! Waarom niet? Durf ik niet!

Ukelelijk, the story continues (Archief)

13 aug 2007, 09:02
Al eerder heb ik jullie verblijd met een verhaaltje over de Ukelele die ik van mijn broer en mijn schone zus heb mogen ontvangen als aandenken aan hun reis naar Hawaï. Inmiddels ken ik 3 akkoorden en volgens de kenner is daarmee het gehele oeuvre van de Beatles dan nu ook in mijn repertoire op te nemen. Hoewel van chinese makelij en mijn allergie tegen chinezen en hun muziekinstrumenten moet ik toch bekennen dat een en ander lekker tokkelt. Ik zal waarschijnlijk pas echt merken hoe een en ander op een “echte”ukelele zou klinken, maar goed. We zijn al blij dat we zover zijn gekomen. Nu zijn mijn schoonmoeders op vakantie geweest. Zij zijn een maand lang door Amerika getrokken en hebben daar onder andere de bekende Beale Street aangedaan. In deze straat is het een keur aan blues en bluegrass artiesten. Elk muziektentje zo zijn eigen muziek en dat een straat lang. Soort carnaval in Nederland maar dan muzikaal zeg maar. In die straat zit ook een minuscuul muziekwinkeltje genaamd Memphis Music. Ik stel mij zo voor dat er het winkeltje een belletje heeft wat enthousiast gaat tringelen als mijn schoonmoeders binnen komen. In de hoek zit een prachtige neger een krantje te lezen. Sigaartje in de mond, hoedje op de kop zonnebrilletje op de neus. Op de achtergrond de meest obscure blues die je maar kunt vinden. Huismerk! Mijn schoonmoeders schuifelen naar voren en laten door middel van een klein kuchje horen dat zij iets willen vragen. “We zoeken een kadootje voor onze allerliefste schoonzoon die zo prachtig muzikaal is en verschrikkelijk talentvol is”.Steken zij van wal. “Kijk hier heeft u de foto’s en als u een DVD speler heeft kunt u….”. Enfin, je weet hoe dat gaat in een dergelijk gezellig klein winkeltje. Het mannetje pakt met een eenvoudige armzwaai het perfecte cadeau voor mij en legt het met een plof op de toonbank. Een klein plastic blauw doosje. Met ingehouden adem openen mijn schoonmoeders het doosje. Waarna hun ogen tot streepjes worden fijngeknepen bij het zien van de schittering in het doosje. Een prachtige G gestemde mondharmonica ligt daar te glommen klaar om bespeeld te worden. Mijn schoonmoeders twijfelen geen moment en rekenen af met de goede man. Rennen huiswaarts en kunnen feitelijk niet wachten tot de vakantie is afgelopen. Vorige week Dinsdagavond was het dan eindelijk zover. Ze mochten mij het cadeau der cadeaus geven. En ik ben er erg blij mee. Die glunderende smoel van mij. Dat was toch het cadeau meer dan waard? Ik begin natuurlijk meteen te spelen. Dit tot ongenoegen van zo’n beetje half Castricum maar in het bijzonder my loved ones. Zij weten dat ik niet stop omdat zij er genoeg van hebben. Na enige zachte doch dringende verzoeken (Geert Wilders zou het over bedreigingen hebben) heb ik het instrument weer even in het doosje gestopt. Thuis kon ik het niet laten om nog even te kijken naar mijn prachtige aanwinst. Een prachtig gegraveerd geheel met lijnen bochten en in de hoek letters: “Made in China”….zucht!

Topweekend (Archief)

Ik vind dat je soms gewoon je belevingen moet delen Zo vind ik het bijvoorbeeld heel normaal om eens te vragen hoe het er mee gaat en zul je het “Wat heb jij van het weekend gedaan” vaak uit mijn mond horen. Bovenstaande zou een tekst op een blog kunnen zijn. Maar niet die van mij. Op de een of andere manier kom ik er gewoon niet aan toe. Ik wil het wel weten, maar heb de rust niet om er naar te blijven luisteren. Je kent het wel: Je komt op je werk en hebt er zin in (ik heb natuurlijk net een nieuwe baan he!). Je komt even langs collega X. Hoe was je weekend schalt er luid enthousiast over de nieuwe werkvloer. Waanzinnig! Zo steek ik van wal. En begin zeer enthousiast te kwetteren over al mijn belevingen van het weekend. Waarbij ik niet verzuim alle details nauwgezet duidelijk te maken opdat de luisteraar in kwestie net zoveel pret heeft met beluisteren als ik met beleven ervan. Een kwartier later met nog veel meer zin om aan het werk te gaan besluit ik mijn verhaal met een trotse samenvatting en de toevoeging “En nu weer aan het werk he!” soms vergezeld door een zucht. Het zou zo fijn en mooi zijn als je dan nog bedenkt dat een wedervraag ook leuk is. Maar helaas. Te vaak zit ik al op mijn werkplek met een zacht spinnende computer terwijl ik bedenk dat ik niets heb teruggevraagd. Oei. En hoe maak je dat nu goed? We hebben een aantal opties. Bijvoorbeeld op het moment dat de persoon in kwestie iets komt vragen bij jou vraag je eerst: “en hoe was jouw weekend eigenlijk” niet echt een super manier, maar de belangrijkste vraag is eruit en het doel heiligt de middelen. Een tweede optie die zou kunnen is het er bij laten zitten. Doel niet behaald, maar ook geen buil gevallen aan de enge buitenwereld die zo gemeen doet als jij jouw fouten bekend. Gelukkig heb ik een nieuwe variant ontdekt. Het zogenaamde inhaken op een gesprek tussen collega X en een later binnenkomende collega. In dit gesprek vraagt X weer hoe het weekend van die collega was. Die vertelt vervolgens net zo olijk als het maar gaat een bijzonder verhaal over weilanden, strandwandelingen, picknicks op leuke lokaties plus en passant nog even een verhandeling over het parachutespringen van de zondagochtend gevolgd door een waanzinnige rit op de rug van een paard door een pittoresk landschap en eindigend in een stevige vrijpartij op een onbekende hooiberg met de boerendochter van zijn dromen. Bij de eerste ademhaling stort ik mijn vraag. Gericht op collega X. verhuld in een “normaal” gesprekje op de maandagochtend. HOE WAS JOUW WEEKEND?? Een woeste nagalm schalt over de werkvloer. Hier en daar zie je een kopje uit de diverse kamers kijken. Trots sla ik dit gade. Mijn eer is gered. Niemand die nog zal denken dat ik een egoïst ben die alleen maar geïnteresseerd is in zijn eigen verhaal. Mijn ogen worden nat van vreugde. Ik kijk op en zie dat de collega die aan het woord was weg is gelopen. Ik zie nog net zijn hand een “ach sodemieter toch op” gebaar maken. “Mwoah was wel goed” zegt collega X.”Lekker op de camping geweest

Geen Gezicht (archief)

Sinds kort ga ik met de trein naar het werk. Stukje fietsen naar een klein stationnetje ’s morgens in de vroegte. (inderdaad, daar staan wagonnetjes keurig in de rij. Hakkehakkepufpuf weg zijn zij) Naar Amsterdam, en dan daar door naar Hilversum. Gewoon een lekker stuk treinen. Precies genoeg voor het lezen van 1 stuks gratis pers op de heenweg of een fijn geknapt uiltje op de terugweg. Vroeger ging dat wel anders. Toen reed ik met de auto naar mijn werk (of stond ik in de file zo je wilt). Sterker nog. In the old days had ik zelfs een lease-bak van de zaak. (klinkt dubbelop en is het ook, ik ken niemand met een leasebak van zichzelf) een peugeot 206 welteverstaan. En dat is een mooie auto. Een van de mooiste eigenschappen aan die auto, is dat de voorkant heel erg op een gezicht lijkt. Booskijkende lampen, een bumper en onderbumper die de mond “representen” en een motorkap die als een grote neus het gezicht completeert. Teken er een snorretje op en het is af zeg ik!. Na weer een fijne treinreis reed ik samen met mijn lieffie terug langs de dorpstraat. Daar zag ik een oranje variant van de door mij bejubelde 206. Deze had echter een flinke kus van een paaltje of motorrijder gehad waardoor een stevige deuk de voorkant ontsierde. Op de een of andere manier moest ik aan het gezicht denken waarbij nu de neus naar binnen was geslagen en de mond in een soort hazelip meets zuurpruim stand stond. Onbewust vertrok ik mijn gezicht alsof ik solidair met de auto wilde zijn. Met ingetrokken neus en een bijzonder vertrokken mond hoorde ik naast mij een grinnik. Zonder een woord te zeggen had Rianne door dat ik deze auto aan het imiteren was. Ze gaat er best goed mee om. Eigenlijk heel begripvol. En dat is heel lief van haar toch!?

Oranje Bussen (archief)

Het heeft even geduurd, niet dat ik niets te schrijven had hoor. Het punt was dat ik ergens gelezen had over blogstress. En om dit te voorkomen is het handig om je vaste schare lezers zo nu en dan even op het verkeerde been te zetten, zodat de verwachtingen niet al te hoog gespannen worden. Vandaarom dus! Tja vaste schare: 21 views op mijn vorige inzending. Dat is dus maar liefst 8 views meer dan normaal. Eerlijkheidshalve moet gezegd: ik heb er 3 vrienden bij gekregen, dus verlagen de waarneming met 3 waardoor we op de beoogde 5 stuks uitkomen. Er zijn dus 5 mensen in mijn vriendengroep die dus niet geïnteresseerd zijn in gewone verhaaltjes, maar wel als er iets erg is gebeurd. Althans... daar lijkt het nu op! Tijd om het te bewijzen. Zoals beloofd dus weer een mierzoet epos over gelukzalige zaken nummer 2 van 3 zullen we maar zeggen. Elk jaar als het lente wordt is er één onvermijdelijkheid. En nu heb ik het eens niet over hooikoorts (toch genoemd ). We gaan de straten weer onveilig maken met onze Oranje collectebussen. Oftewel: Anjeractie! En nu hoor ik al mensen denken. Wanneer komt het gelukzalige moment.... Want inderdaad, je wilt niet weten wat een collectant allemaal naar zijn hoofd geslingerd krijgt. Dit jaar had ik gelukkig niet zo heel veel problemen. Slechts een hond die wat enthousiast was en per ongeluk een Doberman pincher was. Zijn meer dan vriendelijk, aardige doch beschaafde baasjes waren dit keer niet thuis en tot mijn grote opluchting bleef onze ontmoeting bij een heel vrolijk doch doordringend geblaf. Hetgeen ik op mijn beurt weer even vrolijk beantwoorde met een welgemeende sprint terug over het tuinpaadje. Mijn collega bedelaars hadden het iets minder naar het zin gehad. Bij sommige honden is het baasje wel thuis en het wil dan nog wel eens gebeuren dat, terwijl het baasje met de deur op de kier even de portemonnee gaat halen, de hond de snoodaard alvast van een paar geniepige tandafdrukjes voorziet. En in feite heeft de hond gelijk. Immers, het is en blijft zijn taak om ervoor te zorgen dat er geen geld het huis verlaat! (Daarom zijn de meeste honden verzot op mannen terwijl de gemiddelde vrouw minder sympathie kunnen verwachten. Maar dat terzijde) Hoe fijn dat je meestal toch gewoon te maken hebt met mensen. Zo was er die man met een neutje teveel op die een lid van het "heeftunogietsovervoordeanjercollecte comité" te lijf ging. Ik zeg: "biertje minder, heb je ook mooi een muntje over voor de collectant". Maar dit zijn de excessen. Eigenlijk zijn de meeste mensen best beschaafd en communicatieve wezens. Hoewel, ze hebben over het algemeen wel veel moeite met het afzeggen van de donatie. Gewoon "nee, sorry" is een prima antwoord op de vraag heeft u er nog iets voor over de anjeractie. Toch? Neen! Velen verschuilen zich achter: "Nee daar doen wij niet aan mee" of "Wij gireren altijd" . Hallo?? Ik vraag toch niet of je een stukje mee wilt lopen? Ik kom niet vragen of u een concert van de plaatselijke fanfare wilt dirigeren? Nu moet ik zeggen dat internet bankieren de boel erg gemakkelijk heeft gemaakt. Maar een eurootje naar de hartstichting en 50 cent voor de lokale tombola heb ik nog nooit overgemaakt. Het goede doel in kwestie neemt de moeite om een collecte te organiseren, een paar honderd collecte bussen te huren, reclame te maken zodat men op de hoogte is, zij zorgt voor een leuke uitleg en koddige attentie voor de collectanten en verzorgt diverse plichtplegingen richting toezichthouder teneinde de accreditatie veilig te stellen. De gemeente op zijn beurt geeft aan de collecte goedkeuring door middel van een vergunning. En dan is er ook nog een mens die tijd vrijmaakt om dit doel te steunen door met weer en wind langs de huizen te trekken om een paar honderd euro op te halen. Nogmaals: "Nee, sorry" is een prima antwoord, maar een klinkertje in de bus maakt toch meer indruk. (En ja, dat kan dus ook met 10 cent) en gelukkig snappen de meeste mensen dit concept gewoon. En dat maakt een collectant blij. Maar het kan toch gekker: Ik kwam bij een zeer leuke boerderij aan met van die gezellige schotten bij de ramen in boeren groen, rood en wit. Geen bel, maar een ouderwetse klopper. Kijk en dat is helder. Je klopt, je hoort en bent gerust gesteld. In tegenstelling tot de meeste bellen die je aan de voordeur niet hoort. Je moet er dan maar vanuit gaan dat het wordt gehoord. Nee, de duidelijk hoorbare klopper voorkomt namelijk dat je moet klepperen aan de brievenbus of erger nog, op het raam moet kloppen. Een dame deed open en kijk mij aan met een stralende glimlach, ze hoort mijn vraag aan en vraagt geïnteresseerd terug waar het allemaal voor is. Terwijl ik op mijn best probeer uit te leggen dat cultureel meer is dan de fanfare en de toneelvereniging, maar dat ook monumenten en groenvoorzieningen worden onderhouden pakt ze met een vriendelijk gebaar haar portemonnee en steekt een 2 euromunt in de bus. We kijken elkaar aan. Ik met een "dankjewel-voor-deze-gift" blik, zij met een "dankjewel-dat-je-dit-kwam-ophalen-want-dat-scheelt-me-weer-gireren" blik. We hadden elkaar gelukkig gemaakt. Op de terugweg struikelde ik vrij onhandig over het tuinhekje en viel wankelend tegen de struik. Daarvandaan, via de scherpe klink met een stevige plof op de trottoirband. Au! Een pijnlijk gezicht, maar wel met een grote glimlach!

Er is iets verschrikkelijks gebeurd met me (archief)

Dit zijn volgens mij de titels waarmee je lezers naar je blogje haalt. Mijn blogs worden door ongeveer 13 mensen gelezen. En om mij heen hoor ik nu al vaker dat mensen extra bezoek op hun blog krijgen als ze iets vreselijks is overkomen. Stress op het werk, relaties die verbroken worden en zelfs terminale ziekten zorgen ervoor dat wij mensen (vrienden zelfs) massaal gaan kijken hoe het met die persoon gaat. Als het goed is heb ik nu minimaal 5 lezers meer. En bij wijze van expiriment ga ik de komende 3 blogs wijden aan gelukzalige zaken. Dingen waardoor ik besef blij en gelukkig te zijn. Zaken waardoor vanzelf die glimlach op je wangen verschijnt. De prachtige beelden, schattige momenten. De lieve kindertjes om je heen, of juist de stoute. Het geluid van een spinnende poes. Dat soort dingen. En dan eens kijken of die 5 extra mensen blijven lezen, ook al gaat het om mijn uiterste gelukzaligheid! Spannend experiment toch? Dat de lente al een tijdje was begonnen had ik jullie al met rood aangelopen ogen en een stevige snotneus gemeld. Wat daarbij een mooie bijkomstigheid was, is dat wij in oktober al een FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje gekocht en opgehangen hadden. Groot was onze verbazing toen er al deze lente een mezenkoppel huisde. Naar gelang de opening steeds vaker bevolkt werd door een invliegende moeder of uitvliegende vader (of vice versa) wisten wij dat het niet lang ging duren of ons FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje zou zeer spoedig het geluid van een stel jonge meesjes maken. Zachtjes hoorde we het eerste gekwetter wanneer een malse rups in de bek van vader of moeder inzet was van de wedstrijd “wie kwettert er het hardst”. Nog enige tijd later kwamen de eerste grijzige kopjes (wat voor jonge mezen in tegenstelling tot mensen heel normaal is) en wisten we dat het uitvliegen al spoedig ging gebeuren. Een kwelling voor het natuurliefhebbende oog natuurlijk. Het vallen en opstaan van ons eigen soort (de zogenaamde “baby bijna-erectus”) doet ons al pijn in het hart. Onze kleuters hebben moeite met fietsen zonder zijwieltjes. En deze ukkies moeten leren vliegen! Kunt u zich voorstellen hoe wij als pseudo-ouders van deze vogeltjes in zak en as zaten toen die opgewekte beestjes zouden beginnen te vliegen? Gelukkig waren we ook niet thuis bij de heugelijke dag. Sommige dagen moet je als ouder missen. Alsof ze gewacht hebben tot de peetoom en tante van het FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje even niet thuis waren. Bij thuiskomst troffen wij dus een leeg nest. Vogeltjes de weide wereld in. We werden al enigszins wee van het idee welke continenten in het verschiet lagen van “onze”minimeesjes. Nu maar eens kijken hoe het FSC goedgekeurd en door de vogelbescherming gepatenteerd mezen nestkastje het heeft gehouden? En dichter bij de broedplaats aangekomen zagen we toch wat verontrustende zaken. Hoe kwam die bloempot op zijn kant, en waarom hing het huisje scheef? En waarom kwam een der ouders later met een rupsje in de snavel bij het nestje terwijl de jongen uitgevlogen waren. Zag ik daar een traan in het ooghoekje van onze gevederde vriend of vriendin? De natuur is hard, dat weten we. Maar verslagen keken we naar het schouwspel. En als je dan dacht dat wij het zwaar hadden: Pa en Moe Mees hadden 2 weken lang non-stop heen en weer gependeld tussen huis en struik om een keur aan smakelijke rupsen en wurmpies te kunnen voorzetten aan een dankbaar kroost. Gelukkig zagen we 2 uur later in de tuin van de buren een jong meesje zitten. Als pseudo ouder voel je dat. Dit is er een van ons. We keken naar hem terwijl hij ons een knipoog gaf. Hij vloog weer verder (waarbij hij niet verzuimde een klein poepje in buurmans tuin te droppen) Op weg naar de noorderzon. Om niet meer terug te keren. Rianne en ik knepen elkaar in de hand, stonden minimaal 10 minuten zwijgend te kijken tot ik de stilte verbrak, met een duidelijk hoorbare snik in mijn stem fluisterde ik Rianne toe: “Wat zijn ze snel groot geworden he?“

Stom tentje (Archief)

Ik ben gek op reclame! Ik ben een van die mensen die serieus gelooft dat deze wereld draait op reclames. In de reclame wereld is alles mooi,goed, foutloos en vooral: beter dan wat je nu hebt!!. Producten zijn er fantastisch en nooit stuk of met een klein butsje eraf. De wereld is er zoveel kleurrijker, je zou haast zeggen: Ik zou wensen dat ik in de reclame wereld woonde. 's Ochtends sta ik in mijn nieuwe onderbroek ook altijd even naar de spiegel te glimlachen om te zien of het er dan echt net zo uit ziet als in de HEMA krant of zeeman folder. Maar wat het mooiste is met reclame: De gemiddelde reclame is enorm slim! Althans.... Slimmer dan ik! Niet dat ik nou zo vreselijk onintelligent ben ofzo, maar gewoon het feit dat ik dan thuis kom met een volkomen nutteloos product en moeders de vrouw (die dan weer wel slim genoeg is) er achter komt dat de reclamewereld mij toch weer te pakken heeft genomen. Prachtig! Tot aan vandaag. Ik ben ontroostbaar. De hele kleurrijke, met plastic overgoten wereld van de reclame stort voor mijn ogen in elkaar. Voor het eerst in mijn leven snap ik de reclame en dat maakt mij bang! Deze reclame is in mijn beleving zodanig slecht, dat het praktisch een antireclame kan zijn. In dit geval betaalt ING maar het zou heel goed kunnen dat de Rabobank erachter zit om er voor te zorgen dat niemand naar de ING gaat. Welnu, wat is er dan helemaal aan de hand: Als je nu 1500 Euro op de spaarrekening zet bij de ING bank krijg je een strandtentje. Je ziet ze wel eens: zo'n uitermate onhandig ding dat je zeker moet hebben om te zorgen dat je windvrij op het strand zit. Ik ken niemand met zo'n tentje. Mijn bekenden gaan op het strand zitten omdat ze niet meer tegen de hitte kunnen en een klein briesje proberen op te vangen. Als je op het strand wilt zitten met windkracht 5 of hoger ben je of volslagen malloot, of Duitser. En in beide gevallen heb je nog steeds niet een dergelijk tentje nodig. De volslagen malloot kan het niet schelen als er zand in ogen, mond en oren komt en als je Duitser bent heb je een kuil. Als je de kuil graaft is de wind lekker, je zweet dan tenminste niet zo erg. (hoewel... wel eens een Zwetende Duitser gezien??) En als je klaar bent met je kuil zit je diep genoeg om geen wind meer te vangen. Vang je dan alsnog wind, dan is je kuil niet diep genoeg of je Duitse buik te dik en in beide gevallen geldt: graaf nog even verder. (ofwel Grafe Sie noch Etwas weiter!) Maar het tentje is dus niet eens waarom ik zo verdrietig ben. Het tentje is volledig wit, (mocht deze actie een succes zijn, is mijn advies: neem een goede zonnebril mee naar het strand!) en er wordt een HANDIGE tentstift bij geleverd. En dan gaat mijn brein dus knagen hè. Oké, dus die gasten bij de ING hebben ook gezien dat zo'n tentje niet handig is, maar weet je wat wel handig is....dat je er een stift bij krijgt waarmee je dan op het tentje kan schrijven. WTF??? Om de handigheid nog een beetje te benadrukken staan er "handige" voorbeelden van wat je allemaal op je tentje zou kunnen zetten. De voorbeelden komen niet veel verder dan "naaktstrand begint hier" of "ober 2 rosé" Maar ik vrees dat ik elke keer als ik voorbij zo'n tentje loop van de zomer diep zal zuchten en de mensen een foldertje van de ASN bank in de handen duw. Die hebben geen tentjes met handige stiften, Maar hun slogan is: Spaar met een hoge rente én voor een betere wereld. Kijk en daar trap ik dan weer wel in!

MAcro Biologische Oerneusspray (Archief)

De natuur heeft het op mij gemunt. Geen vogeltjes die, in een wanhoopspoging hun net gebouwde nest te verdedigen, mijn kop proberen in te pikken. Geen wesp die ruim te vroeg voor het jaar besloot mij op een gevoelige plek te steken. Nee, zelfs geen zwaan die tijdens een gezellige roeipartij ernstig pissig zit te kijken waardoor ik het idee heb dat ik per direct levensverzekeringsbehoeftige ben. Hoewel ik als de dood ben voor alle dieren, maar vogels/wespen en zwanen in het bijzonder (als je paarden, koeien, varkens, everzwijnen, koolmeesjes en eekhoorntjes en hele schattige kleine babypoesjes niet meerekent), komt mijn paniek dit keer niet vanuit die hoek. Bomen! Nu zijn het voornamelijk de bomen waarom ik met moedertje natuur een biologisch appeltje te schillen heb! Normaal gesproken zijn bomen en ik als onafscheidelijke vrienden. Ik hou van bomen. Zie ze als familieleden, knuffel met ze en deel al mijn geheimen met bomen. Tot voor kort. Want we hebben gebroken. Ik moet even een tijdje geen bomen om mij heen. Gewoon even alleen laten alsjeblieft. Laat me met rust! Ook niet achter me aan komen om te vragen wat er is. Gewoon niet! Ik weet het, ik reageer gevoelig. Maar heb daar heb ik nu even alle reden voor me dunkt! Vorig jaar heb ik na uitgebreide onderzoeken te horen gekregen dat ik een ongeneeslijke ziekte heb. Een vreselijke schok natuurlijk, vooral voor mijn ouders en lieve vriendinnetje. Maar na enige uitleg bleek dat er eigenlijk wel oké mee te leven is. Mits onder controle gehouden natuurlijk. Hooikoorts, zo heet het en het schijnt best vaak voor te komen. Volgens de dokter is het verloop van deze aandoening in een standaardnormale verdeling van heftigheid te verdelen over een periode van 40 jaar. Volgens mijn eigen ervaringscijfers zit ik nu in jaar 2, dus over 18 jaar zal mijn aandoening zich het meest heftig manifesteren. Stelletje kolere bomen. Een beetje hun smerige pluizige pollen met allerlei soortige weerhaakjes in mijn neus te proppen zodat ik proestend en snotterend op de warmste dagen van het jaar rondloop. En dan, en dat moet gezegd, ben ik dus een man. En als er iets is waar mannen goed in zijn, is het enorm last hebben van de kwaaltjes die bij hooikoorts horen. Geef mij brandende ogen en ik garandeer je een blik alsof ik de compilatiefilm “the champ” meets “Bright Eyes” 15 keer heb gezien. Één druppeltje snot in de neus zorgt er al voor dat geen woord meer zonder nasale onderklank hoorbaar is. En dat zijn dan nog alleen de algemene mannenkwalen. Mannen zijn normaal sterk en stoer! Ik bedoel hak al onze armen eraf en menig van ons “sterk” geslacht geeft geen kik. Maar geef ons een klein kwaaltje en we zeuren er de hele dag over. Tot overmaat van ramp heb ik, naast dit geneuzel wat alle mannen hebben, ook nog extra de speciale Edgar aangelegenheden Te weten: 1. ik kan niet zachtjes mijn neus snuiten en 2. ik ben te lui om mijn neus vaak te snuiten dus…ophalen die handel! Gevolg:een zeurende man die ook nog eens om de haverklap klinkt als een verstopt doucheputje, met als klap op de vuurpijl eens per half uur een knetterende trompetsolo in G majeur. En dan heb ik het zwaar? Pff je zal der maar naast moeten lopen! Gelukkig sterft het op internet van de tips en truuks die mij moeten helpen bij het tegengaan, danwel minimaliseren van de last. Uiteraard alle goedbedoelde adviezen voorzien van een reclame boodschap van de anti-hestamines en macro-biologische oerneus-sprays. Voornamelijk de tips ter voorkoming zijn hilarisch te noemen. Zo moet ik op pollenrijke dagen naar het strand gaan, een zonnebril opzetten, binnenblijven, of naakt twister spelen. (Dat laatste heb ik overigens niet van internet gehaald, maar zelf bedacht. Het leek mij wel goed om wat afleiding te hebben wanneer je gaat snotteren) Uiteraard moet je voornamelijk het pollenalarm volgen. Er zijn serieus waar weerservices die zich bezighouden met het alarmeren van hooikoorts patiënten. De volgende keer als je een file naar het strand ziet staan in april weet je wat er aan de hand is! Wedden dat ze een zonnebril en een spel twister bij zich hebben? Hè wat fijn, een beetje relativiteit kan geen kwaad hoor! Ik ben niet dodelijk ziek. Ik heb alleen wat last van een verstopte neus en voel me een beetje koortsig. So what! Waarschijnlijk overleef ik het wel. Ik weet na dit jaar dat ik beter naar een tuincentrum kan gaan wanneer het niet zo warm is. Ik wat vaker naar het strand moet gaan en een spel twister moet kopen. Verder weet ik dat ik weer opgelucht kan ademhalen als het weer gaat regenen. Verder heb ik geleerd dat dit alleen nog maar het bomen seizoen was Nu komen de graszaden, en daar was ik ook positief op getest…… Ohh nee, ik voel mijn neus alweer gaan…..Oh help! Ik ben zo zielig!!!!!!

Ukelelijk (Archief)

De eindeloze zoektocht naar een frutsel van folklore die men poogt te ondernemen om ,wanneer men in een ongedefinieerd vreemd land naar keuze, het thuisfront de ogen uit te steken heeft bij mijn lieve broertje en zijn nog lievere vrouw geleid tot een kado van formaat. Werd ik eerder al getracteerd op een waanzinnig schreeuwshirt uit Hawaii (oftewel het Lawaii shirt) vanaf deze week ben ik in het bezit gesteld van een ukulele [joekelille]. Gelukkig voor mij, Rianne en de buurt zit er ook een boekje bij om te leren hoe de ukulele te betokkelen valt. Want tokkelen is het wat er gebeuren moet op een ukulele. Voor die ene cultuurbarbaar hier op hyves nog even de ukulele in het kort. Een ukulele is een Hawaiiaans instrument, het lijkt het meest op een gitaar maar dan met liliput verschijnselen. En zeker de sopraan -ukulele die in mijn bezit kwam heeft de omvang waar een gemiddeld speelgoedgitaartje smalend om kan schateren. Het ding is blauw, voorzien van een prachtige bloemenprint en besnaard met een viertal nylon stringen die luisteren naar de illustere namen G,C,E en A. Deze snaren lopen van hun solide klankkast via de ranke hals naar een solide kop met schroeven alwaar de potentiele musikant de snaren van stressvol gespannen tot relaxed ontspannen kan laten varieren. Handig, gezien de staat van bespanning er voor zorgt dat de snaar klinkt zoals hij heet. Enfin. Edje was weer blij met een nieuw speeltje en er heilig van overtuigd dat over enkele maanden een volgeboekt Ahoy tot de mogelijkheden moet kunnen behoren. De eerste gedachten richting Myspace zijn geopperd en ik heb bij you tube alvast extra schijfruimte aangevraagd omdat binnenkort drommen geinteresseerde fans al mijn werk zullen opslurpen in een extase van hawaiiaanse klankeuren, harmonieus omlijst door mijn warme stem. Dus, handen uit de mouwen en pingelen maar. Eerst voorzichtig snaartje 1, dan snaartje 2 gevolgd door snaartje 3 en later snaartje 4. Dan in willekeurige volgorde, dan in willekeurige volgorde en in willekeurige ritmes. En dit alles begeleid door het meebrullen van notennamen op zo juist mogelijke toonhoogte. Okay, so far so good tijd voor het echte werk. accoorden! Simpel beginnen het C majeur akkoord. ringvingertje op het vierde snaartje en proberen de andere snaartjes niet te raken met de linkerhand. De rechterhand juist wel, die raspt langs alle 4 de snaren. Eigenlijk oneerlijk omdat mijn rechterhand veel beter in staat zou moeten zijn de precisieopdraht van het niet raken van andere dan bedoelde snaren uit te voeren. Maar goed. Zo goed en zo kwaad als het gaat blijft mijn ringvingertje netjes op zijn plaats en een zoetgevooisd ploing zorgt voor het eerste C akkoord aangeslagen op een gitaarsoortige in mijn bestaan. Prachtig. Volgende stap: liedje spelen. Row row row your boat staat op het programma van mijn eerste concert. Dames en Heren, vol trots vraag ik uw aandacht voor Row row row your boat in een arrangement van de hawaiiaanse boekdrukker. Ik tokkel enkele C accoorden als opmaat tot mijn optreden. En begin vervolgens uit volle borst te zingen, onderwijl het c accoord blijven aanslaan. Ontroerd kijk ik op van mijn werk. In gedachten zie ik een jury zitten die zich met een moeilijk gezicht kwijt van haar taak. "Onvoorstelbaar lelijk dachten wij zo". Ik ben het met ze eens. De folkore moet nog veel aandacht krijgen en spelen op een luau zal nog even moeten wachten. Ik krijg het nog niet voor elkaar de klank te maken die bij het traditionele gitaartje behoort. Als ik teleurgesteld de ukulele wegleg valt mijn oog op een stickertje op de achterkant van het instrument. "Made in China"

Het is begonnen (archief)

Tja, en dan heb je dus een hele lijst goede voornemens, lees je in een of ander management boek dat het maken van goede voornemens eigenlijk een zwaktebod van jezelf is. Door te zeggen ik ga meer dit doen, geef je iedereen aan sorry dat ik dit en dat te weinig doe. zucht. Als je iets wilt veranderen, doe dat dan niet op een bepaalde datum, maar wees pro-actief en ga er meteen werk van maken. En dat lees je dan net in het nieuwe jaar. Weg goede voornemens, maar hoe zit het dan met al die plannen die je maakt. (al dan niet toevallig beginnend met: "in januari ga ik...")Na ampele overweging toch maar besloten om deze plannen uit te gaan voeren. Al heten het niet meer goede voornemens. Het zijn nu projecten geworden. Ik heb een aantal projecten die ik nu oppak en een aantal projecten die ik dus later oppak. Niet echt proactief, maar ja ik moet toch ook mijn time-management in de gaten houden. Wat zijn die lopende projecten dan, zul je je misschien afvragen. Project 1: Schuur uitmesten: Welnu. De eerste stap is bijvoorbeeld gezet in het opruimen van de schuur. Het altaar van de oude bewoner eruit gesloopt, alle schroefjes uit de muur gehaald met als gevolg dat er nu een complete werkbank in de tuin staan. Overigens een werkbank die gemaakt is van oude keukenkastjes en andere rotzooi. De schuur is nu 2 keer zo groot en we kunnen zonder schaafwonden te ontwikkelen onze fietsen verkrijgen. Het begin is er, nu nog al die zooi die erin staat definieren en opruimen. Maar dat een nieuw project voor later (ah pro-aktief vooruit geschoven)Project 2: Dam tot damNotulen van de vergadering:Punt 6. Rondvraag: bestuurslid 1 tm 5 hebben geen vraag, voorzitter maakt melding van dam tot dam loop, is zelf enthousiast loper en wil met groep uit vereniging deze loop doen. B1, vindt prima, B2 heeft ooit geroepen D-D loop te doen en zegt toe mee te doen, B3 vindt goed B4 en 5 vragen of er ook dweilorkest nodig is. Ze weten er nog wel 1. Kortom; Ik ben B2 (watzeggiebaas) en heb ineens geroepen de Dam tot Dam loop te gaan doen. wat een toestand. En met mijn toestand is het nog heel wat werk te verzetten. Beetje op internet speuren leidt tot een strategie. 1. Schoenen zijn belangrijk, 2. Uitlopen is het doel (10 Engelse mijl in 2 uur) 3. Ik moet aan mijn techniek werken. Na veel vijven en zessen heb ik mijn outfit bij elkaar, en sta ik klaar om te hobbelen. Het is inmiddels 15 januari 2007, ik trek mijn strakke broek aan, heb mijn hartslagmeter stevig om mijn lijf gesnoerd, trek een shirtje aan, doe het hesje erover. Runningsocks aan de voeten, dikke loopschoenen aan. en zo loop ik de deur uit om te gaan trainen. Paukgeroffel trompetgeschal en andere standaard ouvertures van science Fiction films klinken in mijn hoofd. Mijn benen strekken zich, spieren spannen zich. Ik luister aandachtig naar mijn adem, niet hijgen, wel inspannen. Ik voel hoe mijn bloed zich een weg baant door mijn aderen. Mijn longen zich vullen met veel lucht. Tranen schieten door mijn hoofd en in mijn gedachten zie ik mijn moeder al bij de finish staan met bloemen. Wat een prachtig moment. Ik ben aan het hardlopen!!! 10 seconden nadat ik ben vertrokken sta ik alweer voor de deur. Ik heb mijn hele sleutelbos meegenomen en het gerinkel en geklots in het losse jaszakje van mijn flinterdunnen runnersjackje is heel vervelend. Na dit euvel te hebben verholpen loop ik alsnog de donkere nacht in. Het is begonnen.

Waarom?

Waarom een blog beginnen? Waarom nu. Waarom niet gewoon een dagboek in word. Heb ik dan het gevoel dat ik onsterfelijk word, door mijn hersenspinsels op het net te zetten? Zijn mijn verhalen en belevingen echt bijzonder genoeg om aan de wereld te laten zien? Ben ik bijzonder genoeg? Nee! Ik ben niet bijzonder genoeg. Echter inmiddels zijn er zoveel mensen met een blog, dat de niet-bloggers bijzonder zijn. En nogmaals.... dat ben ik niet!
Het bijhouden van een dagboek is me nooit gelukt, het bijhouden van een blog ook niet. Waarom verandert dat nu? Het verandert niet. Maar is terugkijken in fotoboeken niet het leukste wat er is? Het gevoel terugkrijgen van dat moment.
Vorige week vond ik een oud reisverslag van Rietje en mij. Onze eerste vakantie samen. Rianne had het eerste deel geschreven, ik het 2e. Duidelijk zichtbaar verschil. Ik ervoer weer het gevoel wat wij samen hadden op die eerste vakantie samen. Natuurlijk hebben we de foto's en de verhalen nog, maar de gedachte die je 's ochtends bij het opstaan had ben je vergeten. En juist die gedachte is zo mooi! Ik schrijf niet fantastisch, maar ik vind het leuk om terug te kijken. Niet de grote dingen. Die onthoud je de rest van je leven. Maar de kleine dingen. Waar was ik op dat moment mee bezig. Hoe stond ik in het leven.
Dit blog is voor mijzelf. Iedereen mag het lezen, maar ik schrijf het om mijzelf blij te maken. nu en in de toekomst.